Yvonne Hilderink
Gespecialiseerd in :
Vastgoed
Bel Yvonne via:
+31 (0)10 209 27 75 of +31 (0)6 14 74 58 16
Opleiding
Yvonne Hilderink studeerde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en behaalde daar zowel de master Ondernemingsrecht als de master Privaatrecht. In januari 2021 behaalde zij Cum Laude de Grotius Specialisatieopleiding Onroerend Goedrecht.
Advocaat bij LVH
Sinds augustus 2016.
Functie en feiten
Yvonne is werkzaam in de ondernemingsrechtelijke praktijk met een focus op vastgoed en huurrecht. Tot haar klanten behoren woningcorporaties, bouwbedrijven, verhuurders en huurders van bedrijfsruimte en startups.
Indien nodig procedeert Yvonne bij rechtbanken en gerechtshoven over onder meer aansprakelijkheid, huurrecht bedrijfsruimte, onbetaalde vorderingen, bankgaranties en meerwerk.
Expertise
Competenties
Yvonne investeert in contacten met cliënten, waardoor zij zich binnen organisaties makkelijk weet te bewegen. Zij weet op effectieve wijze doelen en prioriteiten te bepalen en gaat voor het best haalbare resultaat. Daarnaast zorgt zij voor een goede communicatie over ontwikkelingen en beslissingen in een zaak en geeft zij ruimte om vragen te stellen.
Registratie rechtsgebieden NoVa
Behorend bij artikel 35b, eerste lid, van de Regeling op de advocatuur heeft Yvonne in het rechtsgebiedenregister van de Nederlandse orde van advocaten de volgende rechtsgebieden geregistreerd: huurrecht en vastgoedrecht. Deze registratie verplicht haar elk kalenderjaar volgens de normen van de Nederlandse orde van advocaten tien opleidingspunten te behalen op ieder geregistreerd rechtsgebied.
Persoonlijke eigenschappen
Direct, zorgvuldig en betrokken.
Lidmaatschappen / nevenactiviteiten
Voorzitter JM Rotterdam.
Artikelen
Het Gerechtshof Amsterdam beslist over een huurprijswijzigingsbeding
Het hof beslist dat het opslagbeding van 5% oneerlijk is. Het beding is niet transparant, het komt voor op de indicatieve lijst en het verstoort, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen aanzienlijk ten nadele van de huurder. Een jaarlijkse huurstijging met 5% opslag bovenop de CPI-indexering leidt op de middellange en lange termijn tot een voor de huurder niet meer betaalbare huurprijs. Anders dan de Hoge Raad eerder besliste ten aanzien van een opslagbeding van maximaal 3%, blijft de stijging dus niet binnen aanvaardbare grenzen. Kortom: een opslagbeding van 5% is niet toegestaan.
Hoge Raad laat zich opnieuw uit over rekenmethode voor huurkorting wegens corona bij huur van bedrijfsruimte
Op 4 juli 2025 heeft de Hoge Raad zich in een arrest opnieuw uitgelaten over de rekenmethode voor huurkorting bij bedrijfsruimte wegens corona.
De exploitatieplicht van een huurder van bedrijfsruimte: juridische verplichting of onderhandelingspunt?
Bij de huur van bedrijfsruimte spelen niet alleen de hoogte van de huurprijs en de duur van het contract een belangrijke rol, maar ook de vraag of de huurder verplicht is om de gehuurde bedrijfsruimte daadwerkelijk te exploiteren. Deze zogenaamde exploitatieplicht kan verstrekkende gevolgen hebben voor zowel de verhuurder als de huurder van de bedrijfsruimte. Wat houdt deze verplichting precies in, en onder welke omstandigheden kan deze worden afgedwongen of ter discussie worden gesteld?
