Onzorgvuldig overleg met de OR kan worden aangemerkt als wanbeleid van het bestuur van de vennootschap
Onzorgvuldig handelen en wanbeleid
De Ondernemingskamer heeft in een kwestie van een overname via een leveraged buy out beslist dat het bestuur van de onderneming (mede) door gebreken in het medezeggenschapstraject, onzorgvuldig heeft gehandeld. De onzorgvuldige handelwijze werd aangemerkt als wanbeleid, want in strijd met de elementaire beginselen van behoorlijk ondernemerschap.
Adviesaanvraag bij OR bij (financiering en zekerheidsstelling) bedrijfsovername
Ingevolge artikel 25 lid 1, aanhef en onder a, i en j WOR moet een medezeggenschapsorgaan in de gelegenheid worden gesteld advies uit te brengen over elk besluit tot overdracht van de zeggenschap over de onderneming, het aantrekken van een belangrijk krediet ten behoeve van de onderneming en het stellen van zekerheid voor belangrijke schulden van een andere ondernemer, tenzij dit geschiedt in de normale uitoefening van het bedrijf.
Verplichting tot correctie van onjuiste, onvolledige of misleidende informatie
Een adviesaanvraag dient de essentie van het voorgenomen besluit te bevatten, evenals de beweegredenen van het bestuur daartoe en een juiste omschrijving van de te verwachten gevolgen daarvan. Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder dat het medezeggenschapsorgaan in het adviestraject juist en volledig wordt voorgelicht, aldus de Ondernemingskamer. Volgens de Ondernemingskamer brengt die verantwoordelijkheid mee, dat onjuiste, onvolledige of anderszins misleidende informatie aan het medezeggenschapsorgaan zo spoedig mogelijk moet worden gecorrigeerd.
Nadien bekend geworden relevante informatie moet alsnog verstrekt worden aan de OR
In de zaak was het bestuur, nadat zij het betrokken medezeggenschapsorgaan over een voorgenomen verkoop van de onderneming uit hoofde van artikel 25 WOR om (een eerste) advies had gevraagd, bekend geworden met nadere relevante informatie. Deze nadere informatie had betrekking op de structuur van de financiering van de transactie, de betekenis daarvan, en de daaraan voor de onderneming verbonden risico’s. Deze risico’s waren significant, onder andere omdat de onderneming na de overname aansprakelijk werd (wegens fusie met de koper) voor hoge leningen (tegen zeer hoge rentes) die de koper was aangegaan ter financiering van de overname.
De Ondernemingskamer vindt dat het bestuur het medezeggenschapsorgaan daarover na indiening van de adviesaanvraag alsnog had moeten informeren. Dat heeft het bestuur echter nagelaten. Ook bij indiening van een tweede adviesaanvraag (over de fusie na de overname) heeft het bestuur het medezeggenschapsorgaan hierover niet alsnog zorgvuldig, juist en volledig geïnformeerd. Dat had het bestuur volgens de Ondernemingskamer dus wel moeten doen.
Niet juist en / of niet volledig informeren van de OR kwalificeert als wanbeleid
Uit de uitspraak blijkt dat de Ondernemingskamer er zwaar aan tilt wanneer het bestuur van de vennootschap de OR, door deze niet juist en/of volledig te informeren, onvoldoende in de gelegenheid stelt om zijn werk te doen en daardoor de medezeggenschapsrechten onvoldoende respecteert.
Belangrijk aandachtspunt daarbij is, dat relevante informatie ook achteraf, zodra het bestuur daarmee bekend geworden is, met de OR gedeeld dient te worden, op een zodanig moment dat het gevraagde advies nog van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. En dat de OR vervolgens voldoende tijd moet krijgen om, op basis van de nader verkregen informatie, zo nodig nader te adviseren.
Verleende décharge kan worden vernietigd
Vermeldenswaard is nog, dat de Ondernemingskamer heeft vernietigd de besluiten van de aandeelhoudersvergadering waarin aan het bestuur (en de raad van commissarissen) décharge is verleend, voor zover deze decharge betrekking heeft op het door de Ondernemingskamer vastgestelde wanbeleid.
Informatie
Heeft u vragen over dit artikel of over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met Peter Verheijden, advocaat arbeidsrecht bij LVH Advocaten.