Over de Auteurs: LVH Advocaten

Door luchtvaartmaatschappij X is een vervoersovereenkomst met passagiers gesloten om hen te vervoeren van Amsterdam naar Spanje. Deze vlucht heeft 6 uur vertraging opgelopen. De passagiers hebben vanwege de vertraging financiële compensatie van de luchtvaartmaatschappij gevorderd. De luchtvaartmaatschappij heeft de passagiers aangegeven dat zij zich niet gehouden acht deze compensatie te voldoen. Dit omdat er in deze zaak een buitengewone omstandigheid speelde, die er voor heeft gezorgd dat de vlucht is vertraagd.Deze omstandigheid betrof een brandstoflekkage die is ontdekt bij de inspecties voor het vertrek van de vlucht. Uit inspectie van de lekkage door de technische dienst bleek dat er een brandstofpaneel vervangen moest worden. Daarvoor moest de tank leeggepompt worden. Het toestel mocht daarbij niet aan de gate blijven staan. De passagiers moesten van boord en het toestel is naar een bufferpositie op de luchthaven versleept. Na vervanging van het paneel zijn de passagiers met bussen teruggebracht naar het toestel.De passagiers menen dat deze omstandigheid voor rekening van de luchtvaartmaatschappij dient te komen en dat zij daarom gehouden is om compensatie aan hen te voldoen. De luchtvaartmaatschappij beroept zich op een verborgen fabricagefout die haar niet kan worden aangerekend, waardoor zij zich kan beroepen op overmacht. De passagiers leggen deze zaak aan de rechter voor. In de procedure legt de luchtvaartmaatschappij ook aan de rechter uit dat het probleem dat zich voordeed het gevolg is van een verborgen fabricagefout, waardoor er sprake is van een buitengewone omstandigheid. De luchtvaartmaatschappij toont daarbij aan dat dit wordt bevestigd door de fabrikant van het vliegtuig en dat zij dit niet kon voorkomen. Nu de luchtvaartmaatschappij na de ontdekking direct haar technische dienst heeft ingeschakeld die het probleem snel kon oplossen en verder afhankelijk was van de luchthaven voor vertrektoestemming, oordeelt de kantonrechter dat de luchtvaartmaatschappij deze omstandigheid niet heeft kunnen voorkomen en zij overigens ook al het mogelijke heeft gedaan om de vertraging voor de passagiers zo beperkt mogelijk te houden. Dit heeft tot gevolg dat de vordering van de passagiers wordt afgewezen.

Categorieën: cases, Luchtvaart