Verordening 261/2004 en Verdrag van Montreal?
Is een vlucht vertraagd of geannuleerd of krijgt een passagier te maken met een instapweigering? Dan regelt Verordening 261/2004 en het Verdrag van Montreal (Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer) de rechten van passagiers ten opzichte van touroperators en luchtvaartmaatschappijen. Passagiers kunnen aanspraak maken op compensatie (forfaitair bedrag) en verzorging c.q. bijstand (bv. accommodatie, maaltijden en restitutie ticketprijs of een vervangende vlucht). Verder bieden de Verordening en het Verdrag soms ook de mogelijkheid om overige individuele schade te vergoeden.
Deze claims kunnen zij indienen bij de luchtvaartmaatschappij of een touroperator. Kortom, luchtvaartmaatschappijen en touroperators krijgen met grote regelmaat te maken met claims, die niet altijd (volledig) toewijsbaar zijn. Er spelen immers tal van factoren in de luchtvaart waarmee luchtvaartmaatschappijen mee te maken kunnen krijgen die de vluchtuitvoering verstoren.
De advocaten van LVH Advocaten behandelen al lange tijd deze passagiersclaims voor luchtvaartmaatschappijen. We nemen de volledige behandeling over vanaf de dagvaarding. Zo kan de luchtvaartmaatschappij zich focussen op haar core business. Om een beeld te geven waar onze advocaten zoal mee te maken krijgen, worden hierna een aantal onderwerpen besproken. Deze spelen bij de passagiersclaims die volgen uit Verordening 261/2004 en het Verdrag van Montreal.
Buitengewone omstandigheden?
Bij LVH Advocaten hebben wij inmiddels alle soorten buitengewone omstandigheden voorbij zien komen. Daarom kunnen wij adviseren en procederen over het bestaan van buitengewone omstandigheden. Stakingen, slecht weer, stroomstoringen, acute medische situaties of problemen met passagiers. Niets is te gek. We toetsen aan de hand van de jurisprudentie van het Hof van Justitie, alsook de lagere rechtspraak, of sprake is van buitengewone omstandigheden.
Steeds verder aan het uitkristalliseren is wanneer sprake is van een buitengewone omstandigheid. Makkelijker beoordeeld kan dan ook worden of sprake is van een buitengewone omstandigheid. Toch bestaat hier nog met enige regelmaat discussie over. Denk aan de doorwerking van slecht weer, de impact van het wijzigen van een EOBT of een toestelwissel.
Wat daarentegen lastiger is, is de vraag of alle redelijke maatregelen genomen zijn om de vertraging te beperken. Dit wisselt sterk in de rechtspraak. Hoe zit het met het de inzet van vervangende toestellen, wanneer is sprake van een redelijk alternatief? Wanneer moet een vlucht aangeboden worden van een derde luchtvaartmaatschappij? Deze vragen en meer beantwoorden onze luchtvaartspecialisten graag voor u.
Schemawijziging?
Een ander onderwerp dat met enige regelmaat de revue passeert, is de schemawijziging. LVH Advocaten is van mening dat een schemawijziging niet zonder meer onder de Verordening valt. Passagiers hebben dus niet altijd recht op compensatie. Een schemawijziging kan in sommige situaties gelijk worden gesteld met een annulering of vertraging. Dat is echter niet per definitie zo.
Aanvullende vergoedingen naast compensatie?
De compensatie die volgt uit artikel 7 van Verordening 261/2004 is een forfaitair bedrag. Discussie over de hoogte is dan ook niet aan de orde. Dit speelt daarentegen wel bij de vergoeding van verzorgingskosten en de schadevergoeding die passagiers kunnen vorderen op grond van het Verdrag van Montreal. Passagiers kunnen niet alle kosten claimen. Immers, de kosten moeten wel redelijk en noodzakelijk zijn geweest. Zo kan een passagier bijvoorbeeld niet na het bereiken van de eindbestemming nog op kosten van Transavia een hotel boeken, omdat de passagier het te laat vindt op de avond om nog naar huis te gaan. Opvalt dat claimbureaus vaak alle kosten indienen, maar dat rechters, wanneer voldoende gemotiveerd verweer wordt gevoerd, niet alle kosten toewijzen.
Denk bijvoorbeeld aan de kosten van een vervangend ticket. Iedere maatschappij hanteert andere prijzen voor haar tickets. Heeft een passagier een relatief goedkoop ticket aangeschaft bij een maatschappij? Dan kan niet verlangd worden dat de maatschappij de kosten voor rekening neemt van een ticket in een hele andere prijsklasse. De Verordening spreekt immers van een vervangende vlucht met vergelijkbare vervoersvoorwaarden.
Claimbureaus
Binnen de wereld van passagiersclaims zijn diverse claimbureaus actief. Deze bureaus brengen dan ook veel claims aan bij de bevoegde rechter. LVH Advocaten is bekend met deze bureaus en kan dan ook goed adviseren hoe om te gaan met dergelijke claims. De bureaus hanteren allemaal verschillende werkwijzen, dus het is belangrijk hier bewust van te zijn.
Ook blijft het belangrijk de claims voldoende af te vechten. Anders worden de kaders van Verordening 261/2004 en het Verdrag van Montreal te ver opgerekt. Het is goed dat de belangen van passagiers beschermd worden, maar wel binnen de perken van de wet.
Conclusie
Kortom, het is een dynamisch rechtsgebied wanneer kennis binnen de luchtvaart van groot belang is. LVH Advocaten heeft deze kennis in huis. De advocaten schrikken niet van METAR-berichten, IATA delaycodes, slotsmessages en overige documenten van Eurocontrol. Onze advocaten gebruiken die stukken om bij de rechter een duidelijk verhaal te vertellen over de afwijzing van de vordering richting de passagiers. Naast kennis van de luchtvaart is LVH Advocaten te Rotterdam een full servicekantoor voor ondernemers. Wij hebben alle specialismen in huis. Daarmee kunnen wij alle facetten van een procedure goed behandelen.
Meer weten over wat onze luchtvaartspecialisten kunnen betekenen voor uw maatschappij? Neem gerust vrijblijvend contact op met Lisa Kloot van LVH Advocaten te Rotterdam voor meer informatie over de behandeling van passagiersclaims.