Op 7 april 2016 heeft het Europese Hof van Justitie wederom twee uitspraken gedaan over de vrije advocaatkeuze, waarbij het begrip verder is ingevuld.
Op 19 december 2013 maakten wij al melding van het arrest van het Europese Hof van Justitie van 7 november 2013, waarin is bepaald dat een verzekerde altijd zelf een advocaat mag kiezen als er sprake is van een gerechtelijke of administratieve procedure. Op 7 april jl. heeft het Europese Hof van Justitie wederom twee uitspraken gedaan over de vrije advocaatkeuze, waarbij het begrip verder is ingevuld.
In de zaken die aanleiding gaven voor de uitspraken van het Hof van Justitie was de verzekeringsmaatschappij van mening dat een ontslagprocedure voor het UWV en een bestuurlijke fase van bezwaar tegen een afwijzing van een zorgindicatie door het Centrum Indicatiestelling Zorg (‘CIZ’) niet vallen onder het begrip ‘gerechtelijke of administratieve procedure’ met als gevolg dat geen recht zou bestaan op vrije advocaatkeuze. De Hoge Raad heeft in deze procedures het Hof van Justitie gevraagd om zich uit te laten over de reikwijdte van het begrip ‘gerechtelijke of administratieve procedure’.
Volgens het Hof van Justitie moet het begrip ‘gerechtelijke of administratieve procedures’ ruim worden uitgelegd en vallen daaronder ook bovengenoemde ontslagprocedure bij het UWV en voornoemde bezwaarprocedure bij het CIZ. De verzekeraars trokken daarbij dus aan het kortste eind.
De conclusie van deze uitspraken is dat verzekerden in ontslagprocedures bij het UWV en in bezwaarprocedures voor een bestuursorgaan recht hebben op vrije advocaatkeuze met als gevolg dat deze verzekerden een externe advocaat mogen inschakelen op kosten van de verzekeringsmaatschappij.
Hebt u vragen over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met ons kantoor op nummer 010-209 2777 of per e-mail info@lvh-advocaten.nl.