Een Ondernemingsraad (OR) moet in de gelegenheid worden gesteld om advies uit te brengen over bepaalde voorgenomen besluiten van de organisatie. Dit staat bekend als het adviesrecht van de OR (art. 25 WOR). Hierbij kan gedacht worden aan de overdracht van aandelen van de betreffende organisatie.
Een discussiepunt dat zich hierbij vaak voordoet is of het advies tijdig gevraagd is, zodat de OR wezenlijke invloed kan uitoefenen op het voorgenomen besluit. Op 10 oktober 2017 heeft de Ondernemingskamer (OK) hierover een uitspraak gewezen.
Uniface-zaak: adviesrecht OR bij verkoop van aandelen
De softwareleverancier Uniface en haar aandeelhouders wilden alle aandelen overdragen aan een derde genaamd Unite Holdco B.V. Om dit te bewerkstelligen is door Uniface een adviesprocedure met de OR gestart. De verkoper en de koper hebben aansluitend een ‘Signing Protocol’ getekend met daarin een opschortende voorwaarde voor de adviesprocedure bij de OR van Uniface. Dit betekent dat de verkoper pas definitief kan tekenen als de OR advies gegeven heeft. Met de opschortende voorwaarde doorloopt men de periode tussen het ondertekenen van het transactiedocument en de ‘Closing’ van de transactie. Echter, ook bij een negatief advies van de OR zou de transactie doorgang vinden. Is dit vandaag de dag nog houdbaar?
Signing Protocol onder druk door adviesrecht OR?
De OK heeft vastgesteld dat Uniface in redelijkheid niet tot het besluit heeft kunnen komen. De OR zou niet tijdig betrokken zijn en er zou geen wezenlijke invloed mogelijk zijn geweest. Tevens was Uniface op verschillende punten onzorgvuldig geweest.
De OK overweegt dat uit het feit dat tussen koper en verkoper al een Signing Protocol gesloten was, met de strekking dat de transactie hoe dan ook door zou gaan (ook als de OR negatief zou adviseren), blijkt dat van wezenlijke invloed van de OR geen sprake meer kon zijn. Tevens overwoog de OK dat ontoereikende informatie was gegeven aan de OR in het kader van een goed verloop van de medezeggenschap. Dit resulteerde in een gebrekkige adviesaanvraag, die niet achteraf hersteld kon worden.
De uitspraak van de OK zorgt ervoor dat een ‘Signing Protocol’ onder druk staat. De opschortende voorwaarde in dit protocol moet voortaan daadwerkelijk een voorwaardelijk karakter kennen, omdat anders geen sprake kan zijn van wezenlijke invloed door de OR. Bij het opstellen van het protocol moet goed gelet worden op de formulering, anders doorstaat het besluit de toets van art. 25 WOR niet.
Vragen over het adviesrecht van de OR?
Heeft u vragen over dit artikel? Neem dan contact op met Lisa Kloot of Peter Verheijden.