Een snel resultaat. Dat is waar het bij het kort geding om draait. Wie een spoedeisende zaak heeft, moet overwegen om een kort geding te starten.
De procedure
Een kort geding is een versnelde civiele procedure. Het kort geding gaat als volgt in zijn werk. De eisende partij formuleert zijn eis in een dagvaarding. Deze wordt door een advocaat opgesteld en het concept wordt bij de rechtbank ingediend. Aan de hand van de inhoud van de dagvaarding bepaalt de rechter een datum voor een mondelinge behandeling. De wederpartij wordt opgeroepen om op die datum te verschijnen en verweer te voeren. In de tijd tussen het uitbrengen van de dagvaarding en de zitting wordt vaak druk gecorrespondeerd tussen advocaten. Regelmatig worden voor het kort geding op het laatste moment nog nieuwe stukken uitgewisseld en/ of komt er overleg op gang, iets wat zonder de dreiging met een kort geding niet altijd lukt. In veel gevallen wordt de zaak onder de tijdsdruk geschikt.
Mondelinge behandeling in kort geding
Op de door de rechter bepaalde datum volgt de mondelinge behandeling. Beide partijen krijgen de gelegenheid om de zaak mondeling toe te lichten. De tegenpartij kan eventueel nog een tegenvordering instellen. Daar mag de eisende partij dan weer op reageren. Afhankelijk van het onderwerp van de zaak en de persoonlijke aanpak van de voorzieningenrechter zal deze ook vragen stellen en eventueel partijen de gang op sturen om te proberen de zaak alsnog onderling te regelen. Als de zaak niet alsnog wordt geschikt, bepaalt de rechter de datum voor het vonnis. In zeer spoedeisende zaken kan direct mondeling vonnis worden gewezen. Normaal wordt het vonnis een week of twee na de zitting uitgesproken. Partijen hoeven hier niet bij aanwezig te zijn. Het is gebruikelijk dat enkel een schriftelijk vonnis wordt afgegeven.
Vonnis in kort geding
De uitspraak in kort geding is een voorlopige uitspraak. Beide partijen kunnen de zaak alsnog voorleggen aan de gewone civiele rechter, die bij zijn beslissing niet gebonden is aan de uitspraak in kort geding. Maar in veel gevallen blijft het bij een kort geding. De partijen leggen zich neer bij de uitspraak van de rechter. In dat geval is een uitspraak in kort geding dus een soort eindbeslissing.
Wanneer een kort geding?
Het kort geding is nuttig in alle gevallen waarin snel een beslissing van de rechter nodig is, bijvoorbeeld wanneer de wederpartij een overeenkomst weigert na te komen. Maar het soort zaken dat aan de kortgedingrechter kan worden voorgelegd is zeer divers. Om eens wat voorbeelden te noemen:
- Nakoming overeenkomst;
- Opheffing beslag;
- Verbod op stakings- of blokkadeacties;
- Uitzetting van krakers;
- Verbod op publicatie;
- Rectificatie;
- Voorschot op schadevergoeding;
- Omgang met kinderen;
- Straat- en contactverboden;
- Procedures tegen de Staat.
Wanneer geen kort geding?
De voorzieningenrechter zal steeds meewegen of een zaak geschikt is voor kort geding. Indien de zaak ongeschikt is zal de voorzieningenrechter geen voorlopige voorziening willen treffen. Een zaak is onder meer ongeschikt voor beoordeling in kort geding wanneer de zaak feitelijk complex is of wanneer de zaak niet spoedeisend is. Een goede formulering van de vordering en een deugdelijke onderbouwing van de ingenomen stellingen is daarom een eerste vereiste.
Informatie
Hebt u vragen over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met ons kantoor op nummer 010-209 2777 of per e-mail info@lvh-advocaten.nl.