In 2000 heeft de Hoge Raad een oordeel gegeven over de zogeheten pakketvergelijking. Dit houdt in dat elk beding in een individuele arbeidsovereenkomst moet worden vergeleken met een beding over hetzelfde onderwerp in de toepasselijke CAO. Wijkt het beding in de individuele arbeidsovereenkomst ten gunste van de werknemer af van de CAO, dan is het toegestaan tenzij sprake is van een standaard CAO waarvan in geen geval mag worden afgeweken. Zo niet, dan is het beding in de individuele arbeidsovereenkomst nietig.
Een voorbeeld hiervan. Op basis van de toepasselijke CAO heeft een werknemer recht op overwerkvergoeding. De werkgever en de werknemer komen overeen dat het loon aanzienlijk hoger is dan het door de CAO voorgeschreven minimumloon. De overwerkvergoeding wordt daarmee geacht in het loon te zijn verdisconteerd. Dit is voor de werkgever praktischer, nu het apart uitbetalen van loon en overwerkvergoeding conform de CAO administratieve rompslomp meebrengt voor de werkgever.
Nu kan het voorkomen dat de werknemer op enig moment een loonvordering instelt, waarbij hij de overwerkvergoeding op basis van de CAO alsnog van de werkgever vordert. De werkgever kan zich dan op het standpunt stellen dat deze vergoeding reeds aan de werknemer betaald is, doordat het is verdisconteerd in het in de arbeidsovereenkomst vastgelegde loon, dat hoger is dan het door de CAO voorgeschreven minimumloon.
Uit de rechtspraak volgt dat de vordering van de werknemer moet worden toegewezen. Volgens de jurisprudentie brengt art. 12 Wet CAO immers mee dat in een geval als bovengenoemd uitsluitend een vergelijking moet plaatsvinden tussen de partijafspraak over de overwerkvergoeding en de CAO-bepaling over de overwerkvergoeding. De hoogte van het salaris blijft buiten beschouwing. Met andere woorden: een pakketvergelijking waarbij de hoogte van het in de arbeidsovereenkomst opgenomen salaris wordt vergeleken met een samenvoeging van de in de CAO geregelde overwerkvergoeding en het in de CAO geregelde salaris, is niet toegestaan. De afspraak waarbij in strijd met deCAO is afgezien van overwerkvergoeding is dus nietig, ook al geniet de werknemer over het geheel genomen nog altijd een salaris boven de minimumgarantie van de CAO. Naast het hogere loon moet dus ook de overwerkvergoeding conform CAO worden uitbetaald.
Op 29 augustus 2012 heeft de Rechtbank Utrecht pakketvergelijking echter toelaatbaar geacht. De werknemer vorderde in dat geval uitbetaling van toeslagen conform CAO bovenop het in de arbeidsovereenkomst vermeldde inclusief-loon. De Kantonrechter keek hier niet alleen of het in de CAO omtrent toeslagen bepaalde gunstiger was, maar tevens hoe dit zich verhoudt tot het in de CAO bepaalde loon. Voor de werknemer was het gunstiger om van het in de arbeidsovereenkomst bepaalde inclusief-loon uit te gaan dan van het in de CAO genoemde salaris en de in de CAO genoemde toeslagen. De rechter heeft echter geoordeeld dat de werknemer geen recht heeft op beiden, dus én op het in de arbeidsovereenkomst bepaalde inclusief-loon én op de toeslagen als vermeld in de CAO. Het is kiezen of delen voor de werknemer, aldus deze Kantonrechter.
Uit het voorgaande blijkt dat het van groot belang is alert te zijn ten aanzien van in de arbeidsovereenkomst vastgelegde afwijkingen van de CAO. De kans is immers groot dat de werknemer een aanzienlijke vordering bij de werkgever indient uit niet betaalde overuren, overige toeslag, loonsverhoging etc. Hoewel er uitzonderingen zijn te vinden op de regel dat pakketvergelijking ontoelaatbaar is, bestaat een wezenlijk risico dat de vorderingen van de werknemer door de rechter worden toegewezen.
Informatie
Hebt u vragen over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met ons kantoor op nummer 010-209 2777 of per e-mail info@lvh-advocaten.nl.