Sinds 1 augustus jl. is in de wet opgenomen (artikel 7:653a BW) dat in de arbeidsovereenkomst geen verbod op nevenwerkzaamheden (‘nevenwerkzaamhedenbeding’) meer mag worden opgenomen, tenzij daar een ‘objectieve reden voor is.
Het gaat daarbij dus om werkzaamheden naast de huidige functie bij de werkgever. Dit kunnen ook betreffen werkzaamheden, die de werknemer als zelfstandige uitvoert.
Verbod op nevenwerkzaamheden
Het verbod op nevenwerkzaamheden is zeker niet absoluut. Een nevenwerkzaamhedenbeding mag wel worden opgenomen in geval van een objectieve reden, welke niet per se vooraf in de arbeidsovereenkomst moet worden opgenomen. De werkgever mag de objectieve redenen ook mededelen op het moment dat de werknemer toestemming vraagt voor de nevenwerkzaamheden.
Voorbeelden van ‘objectieve redenen’ zijn volgens de toelichting op de wet de gezondheid en veiligheid van de werknemer, de bescherming van de vertrouwelijkheid van bedrijfsinformatie, de integriteit van een overheidsdienst, het vermijden van een belangenconflict of de overtreding van een wettelijk voorschrift. Denk bij het laatste voorbeeld aan een overtreding van de Arbeidstijdenwet.
Gaat het om werkzaamheden die worden verricht tijdens de reguliere werktijd bij de werkgever, dan behoeft een verbod van nevenwerkzaamheden niet te worden voorzien van een objectieve reden. Artikel 7:653a BW gaat immers om nevenwerkzaamheden ‘buiten het werkrooster’ of ‘buiten tijdstippen waarop arbeid wordt verricht’. Het kan dan ook raadzaam zijn in het nevenwerkzaamhedenbeding een onderscheid te maken tussen nevenwerkzaamheden binnen en buiten de normale werktijden.
De jurisprudentie die tot op heden verscheen over nevenwerkzaamheden is zeer beperkt. Hieronder een overzicht
Transparant zijn over nevenwerkzaamheden
In een zaak bij het Hof Den Bosch was geen verbod van nevenwerkzaamheden opgenomen, maar werd wel van de werknemer wel verwacht dat hij transparant was over de nevenwerkzaamheden die hij uitvoerde. De werknemer was in dienst bij een vliegtuigindustriebedrijf. Hij moest veel zakelijke reizen maken. Zijn werkgever verwachtte dat de werknemers jaarlijks een formulier invulde om eventuele nevenwerkzaamheden te melden. De weknemer had in 2015 en 2016 op het formulier ingevuld dat hij vertaalwerkzaamheden zou uitvoeren voor het familiebedrijf van zijn partner. Zijn werkgever kwam er in 2021 achter dat de werknemer daarnaast al sinds 2015 stond ingeschreven als statutair directeur voor dat familiebedrijf. Het niet melden daarvan werd door het Hof als verwijtbaar beschouwd, waardoor de arbeidsovereenkomst werd ontbonden. Niet als ernstig verwijtbaar, waardoor de werknemer wel recht en aanspraak had op de transitievergoeding.
Integriteit van overheidsdiensten en een objectieve rechtvaardiging
In een zaak bij de kantonrechter Zaanstand vorderde een Boomverzorger in dienst van de Gemeente Zaanstad dat voor recht zou worden verklaard dat zijn nevenwerkzaamhedenbeding nietig en ongeldig was. De kantonrechter wijst de vordering af. Naar het oordeel van de kantonrechter mag de werkgever, een gemeente, de werknemer in dit geval verbieden om nevenwerkzaamheden te verrichten binnen het gebied van de gemeente. Naast zijn functie bij de gemeente Zaanstad had de ambtenaar sinds 2014 steeds nevenwerkzaamheden verricht. Die nevenwerkzaamheden kwamen erop neer dat hij voor bedrijven en particulieren in en buiten de gemeente Zaanstad in opdracht als boomverzorger werkte, waarbij hij onder meer snoeiwerkzaamheden verrichtte en het groen in tuinen verzorgde en bijhield. Voor 2017 had hij voor deze nevenwerkzaamheden mondelinge toestemming en vanaf 2019 kreeg hij voor de periode van twee jaar schriftelijke toestemming.
Met ingang van 31 mei 2021 is de functie van de ambtenaar gewijzigd van Boomverzorger naar Toezichthouder Groen. Gezien deze promotie werden hogere eisen gesteld aan de integriteit van de ambtenaar en mocht hij binnen de gemeentegrenzen van Zaandam geen nevenwerkzaamheden meer uitvoeren. De werknemer heeft dit nieuwe verbod aangevochten bij de kantonrechter.
De kantonrechter oordeelt op 8 juni jl. dat het verbod op de nevenwerkzaamheden passend, geschikt en noodzakelijk moet zijn om het belang van de werkgever te beschermen, mede gelet op het feit dat het hier gaat om een beperking van een grondrecht. Daarbij moeten ook de belangen van de werknemer worden meegewogen.
De kantonrechter oordeelt dat de integriteit van overheidsdiensten een objectieve rechtvaardigingsgrond voor de gemeente kan opleveren als bedoeld in artikel 7:653a lid 1 BW en de Richtlijn transparante arbeidsvoorwaarden. Die integriteit van overheidsdiensten is immers met name genoemd in artikel 9 lid 1 van de Richtlijn als objectieve redenen om bepaalde nevenwerkzaamheden te beperken. Ook in de wetsgeschiedenis van artikel 7:653a BW is integriteit van overheidsdiensten genoemd als objectieve reden om nevenwerkzaamheden te verbieden. Kortom het verbod op nevenwerkzaamheden is objectief gerechtvaardigd en blijft in stand.
Jurisprudentie van voor 1 augustus 2022
Uit de jurisprudentie van voor de inwerkingtreding van de nieuwe wettelijke regeling inzake nevenwerkzaamheden, zagen we ook al een bepaalde lijn in de jurisprudentie van omstandigheden die kunnen worden aangemerkt als een objectieve reden om nevenwerkzaamheden te verbieden (zelfs zonder nevenwerkzaamhedenbeding):
Normaal gesproken zijn nevenwerkzaamheden verboden indien:
- De nevenwerkzaamheden van de werknemer concurreren met de werkgever.
- De werknemer nevenwerkzaamheden verricht voor concurrenten.
- De nevenwerkzaamheden van de werknemer resulteren in schade aan het imago van de werkgever.
- De nevenwerkzaamheden van de werknemer met zich meebrengen dat de werknemer niet goed functioneert bij zijn fulltime baan.
Conclusie
Of nevenwerkzaamheden toegestaan zijn en wat kan worden aangemerkt als een objectieve reden voor een rechtsgeldig nevenwerkzaamhedenbeding is met name af te leiden uit bestaande en toekomstige jurisprudentie. Hierdoor is het voor de meeste werkgever en werknemers onduidelijk wat de regels over nevenwerkzaamheden zijn. Om een arbeidsconflict daarover te voorkomen met een onvoorspelbaar einde, is het verstandig om vooraf een beoordeling te vragen. Neem gerust contact op met Richard Ouwerling, advocaat gespecialiseerd in het arbeidsrecht.