Niet tijdige opzegging leidt tot voortzetting van de huurovereenkomst.
Onlangs heeft het Hof zich uitgelaten over de vraag of de opzeggingsbrief door de verhuurder tijdig was verzonden. De verhuurder had bedrijfsruimte ex artikel 7:290 BW verhuurd aan de huurder. Deze huurovereenkomst was aangegaan voor de duur van 10 jaar, ingaande op 1 september 1999 en eindigende op 31 augustus 2009. Tussentijdse opzegging was niet mogelijk.
Op 28 augustus 2008 zendt de verhuurder een aangetekende brief, waarin hij de huurovereenkomst heeft opgezegd tegen 31 augustus 2009. De huurder heeft het gehuurde op 31 augustus 2009 niet verlaten. Hij stelt zich op het standpunt dat de huurovereenkomst is voortgezet.
Het Hof dient zich uit te laten over de vraag of de opzeggingsbrief door de verhuurder tijdig is verzonden. De wet bepaalt dat de opzegging van een huurovereenkomst bij exploot of aangetekende brief moet plaatsvinden en dat de opzeggingstermijn ten minste een jaar moet bedragen.
De brief van 28 augustus 2008 is aangetekend door de verhuurder verzonden. Is deze brief ook tijdig verzonden? In de procedure is vast komen te staan dat de opzeggingsbrief op 1 september 2008 is aangeboden aan de huurder. Dit betekent dat de opzeggingsbrief de huurder niet tijdig heeft bereikt. De opzeggingsbrief had de huurder uiterlijk op 31 augustus 2008 moeten bereiken.
Aangezien de huurovereenkomst niet tijdig is opgezegd, loopt deze – conform de gesloten huurovereenkomst – door met een aansluitende periode van 5 jaar, derhalve tot 31 augustus 2014. Voorkom een dergelijke voortzetting van de huurovereenkomst door tijdige verzending van de opzeggingsbrief.
Informatie
Hebt u vragen over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met Daniël van Genderen.