Over de Auteurs: LVH Advocaten

< terug naar overzicht

Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kondigt een aanpassing aan van de Wet werk en zekerheid (Wwz).

Op 21 april 2016 heeft Minister Asscher een brief aan de Tweede Kamer gezonden, waarin hij aangeeft dat het kabinet in overleg met sociale partners voornemens is een aantal wijzigingen aan te brengen in de Wwz die onder meer betrekking hebben op de transitievergoeding in relatie tot ontslag vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid

 

Indien een werknemer langdurig arbeidsongeschikt is, dient de werkgever in beginsel het loon van de werknemer de eerste twee jaar door te betalen. In die periode geldt tevens een opzegverbod. Na twee jaar arbeidsongeschiktheid geldt het opzegverbod in beginsel niet meer en mag de werkgever de arbeidsovereenkomst met de werknemer opzeggen. Sinds de invoering van de Wwz heeft een beëindiging van de arbeidsovereenkomst met een zieke werknemer na twee jaar negatieve consequenties voor de werkgever. Immers, de werkgever is in dat geval de transitievergoeding verschuldigd. Deze omstandigheid doet werkgevers ertoe besluiten een arbeidsovereenkomst na twee jaar arbeidsongeschiktheid voort te laten duren, waardoor een slapend dienstverband ontstaat. Een aantal kantonrechters heeft reeds geoordeeld dat een werkgever niet is gehouden de arbeidsovereenkomst met een langdurig arbeidsongeschikte werknemer te beëindigen nadat de loondoorbetalingsverplichting is geëindigd. Dit feit wordt bovendien niet als ernstig verwijtbaar aangemerkt, waardoor de werknemer niet kan bewerkstelligen dat een transitievergoeding en/of een billijke vergoeding verschuldigd zal zijn.

Het kabinet is voornemens om te komen tot een regeling op grond waarvan werkgevers worden gecompenseerd voor de kosten van een bij ontslag vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid verschuldigde transitievergoeding. De compensatie zou kunnen plaatsvinden vanuit het Algemeen werkloosheidsfonds, hetgeen wel zal leiden tot een verhoging van de (uniforme) premie. Tevens zal worden bezien of het mogelijk is om de voorgestelde wijziging met terugwerkende kracht te laten ingaan.

De verwachting is dat het wetsvoorstel begin 2017 bij de Tweede Kamer zal kunnen worden ingediend en per 1 januari 2018 in werking zal kunnen treden.

Mocht u meer informatie wensen over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met ons kantoor 010 – 209 27 77 of via e-mail info@lvh-advocaten.nl.

 

Categorieën: berichten, nieuws