Over de Auteurs: Hans Rijntjes

‘Geef het maar toe: We worden ouder’

Als ad­vo­caat heb je dan meer kennis en er­varing. Breed Begrip van het Recht, Bruik­baar in het Erfrecht!

Twee soorten Erfrecht!

Bij Erfrecht denk je misschien alleen aan een Testament. Maar er zijn 2 soor­ten Erfrecht: naast het Testamentair Erfrecht is er het Ver­sterferf­recht (art. 4:1 BW). Ga je niet naar de notaris voor een tes­tament dan regelt de wetgever in het Versterf­erfrecht wie jouw erfgenamen zijn.

Wat er speelt in het Erfrecht? Alles!

Erfrecht: een verhaal over het Bestaan, ook over Ge­­­­boor­­te.

Geboorte in het Erfrecht?

Ja zeker! Een eerste regel uit het Versterferfrecht: Om te kunnen er­ven moet men be­staan op het moment dat “de nalatenschap openvalt” (art. 4:9 BW). Daar­mee schuift meteen een andere regel in beeld: Het kind van wie een vrouw zwan­ger is, wordt als reeds ge­­boren aan­­ge­merkt zo dikwijls zijn belang dit vordert (art. 1:2 BW). Een nog on­ge­bo­ren kind bestaat dus als zijn belang daarmee is gediend. Bij het overlijden van vader met een paar panden in zijn nalatenschap is dit belang meteen duidelijk.

De ‘eerste groep’ die in het Versterferfrecht erft bestaat uit de echtgenoot van de overledene en diens kinderen (art. 4:10 BW). Vandaar een regel in het Ver­sterf­erf­recht over het ongeboren kind. Oftewel: Het Erfrecht, een verhaal over alles: Geboorte, Over­lijden, alles daartussen en daar­na!

Over­lijden in het Erfrecht

Zonder een sterfgeval geen erfrecht, een open deur.

Denk nu eens aan een gehuwd stel – zonder kinderen – dat door een ver­keers­ongeluk over­­lijdt. Of aan dat stel op huwelijksreis in de Dominicaanse republiek. Overdag de ex­cur­sie, ’s avonds  het diner en daarna een voedselvergiftiging; beiden overlijden (uitspraak van de Recht­bank Den Haag, 16 ja­nu­ari 2019, uitspraak van Hof Den Haag, 12 mei 2020). De trieste afwikkeling hiervan leidt tot strijd tussen de families, een testament ont­breekt, de volg­orde van over­lijden speelt een rol. Gaat de nalaten­schap van de één naar de ander? Of (door de volgorde van over­lij­den) van de an­der naar de één?

En wat als de volg­orde van overlijden niet kan worden vastgesteld? Een regel voor beide soor­ten Erf­recht hakt deze knoop door (art. 4:2 BW): Wan­neer de volgorde waarin twee of meer per­so­nen zijn overleden niet kan worden bepaald, wor­­den die personen geacht ge­lijk­tijdig te zijn overleden en valt aan de ene persoon geen voor­deel uit de nalatenschap van de an­dere ten deel.

Het Erfrecht, over Geboorte, over Over­lijden, alles daartussen, en wat daar­na!

Erfrecht: Onwaardigheid – Redelijkheid en Billijkheid

Alles daartussen: De erflater wordt omgebracht door iemand die zijn erfgenaam blijkt te zijn – of door een testament, of door het systeem van het Versterferfrecht. Of tegen de latere erflater is tijdens diens leven een misdrijf gepleegd waarop een gevangenisstraf staat van tenminste vier jaren, en de dader wordt daarvoor onher­roepelijk veroordeeld. De dader kan dan niet van het slacht­offer erven (art. 4:3 BW; tenzij hij het, in het 2e geval, on­dub­belzinnig heeft vergeven).

Dat de wetgever niet alles voorziet en regelt blijkt ook op 6 december 2024.

De Hoge Raad oordeelt over onwaardigheid én redelijkheid en billijkheid in het erfrecht. Na 2 jaar huwelijk brengt de man zijn vrouw om het leven. De strafrechter vindt dood­slag be­wezen. De man is geestelijk ziek, gestoord en het komt dan ook niet tot een gevangenisstraf. Wel volgt een maatregel: TBS met dwang­ver­­pleging.

Dan weer de wet. Is de man onwaardig? Civiele rechters worstelen met de tekst van de wet.

Er zijn de gruwelijke feiten, bewezen en al, maar geen veroordeling; TBS is een maatregel.

De Rechtbank en het Hof  ko­men tot verschillende oordelen. De Hoge Raad hakt de knoop door en komt tot hetzelfde resultaat als het Hof, niet erven, maar niet via de regels over on­waar­digheid (de strafrech­te­lijke veroordeling ontbreekt immers). Maar ook als iemand niet op grond van art. 4:3 BW van rechtswege onwaar­dig is om te er­ven kunnen zich bijzondere om­stan­digheden voordoen op grond waarvan het naar maat­sta­ven van redelijkheid en billijkheid on­aanvaardbaar zou zijn dat hij aanspraak heeft op een nalatenschap (art. 6:2 lid 2 BW), oor­deelt de Hoge Raad.

De Wet is gestolde redelijkheid en billijkheid, zegt men wel. Niet alles voorziet de wet­gever ech­­ter. Redelijkheid en billijkheid, in uitzonderingsgevallen, een hulpmiddel in het Erfrecht.

Hoe ver gaat de beperkende werking van redelijkheid en billijkheid in het erfrecht?

Een voorbeeld uit de praktijk: de zogenaamde makelaar licht de oude mijnheer op. En niet zo’n klein beetje maar voor vele tonnen. Het wordt ont­­dekt en ik leg vele beslagen. Grote scha­de wordt voorkomen. Een paar maanden later overlijdt de oude mijn­heer. Later blijkt dat deze ma­­ke­laar (dan nog niet strafrechtelijk ver­oordeeld) daarna op zoek gaat naar een ver familielid. Hij zet een ver familielid aan om het testament van de oude mijnheer aan te vechten.

Is dit niet eerloos en ‘onwaardig’? Als familielid in zee gaan met de oplichter van jouw verre neef, de oude mijnheer! Zijn testament aanvechten, zeker als dit familielid – net als de rest van de fa­milie – zo’n 40 jaar lang geen con­tact had met de oude mijnheer? Een beroep op on­waar­dig­heid of de redelijkheid en bil­lijkheid brengt niet de oplossing. Op­lichter en verre ‘familie’ krij­gen wel ongelijk. Het testament van de oude mijn­heer blijft in stand.

Ook voor U zet ik mij graag in

Heeft u vragen over dit onderwerp, neem voor een oriënterend gesprek telefonisch contact op met Hans Rijntjes, advocaat bij LVH Advocaten.

Wil je hierover meer lezen?

Hof Arnhem 6 februari 2024 Het hof volgt niet de gerechtelijk des­kun­dige in zijn rapport over de wils(on)bekwaamheid van de oude mijnheer. Het testament is niet vernietigbaar, ook niet op de voet van artikel 4:44 BW (bewindvoerder, geestelijk verzorger, in strijd met openbare orde/goede zeden).

Hof Arnhem 11 oktober 2022 Maken het stuitende karakter van de­ze procedure en de zeer bijzondere omstandigheden van dit geval het (naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid) onaanvaardbaar dat [de verre neef en zijn familie] erfgenaam bij ver­­­sterf zijn?

Rechtbank Rotterdam 22 september 2021 De Officier van Jus­titie eist 21 maanden gevangstraf tegen de criminele makelaar.