Internationale handel: het CMR-Verdrag
Bij internationale handel is het van groot belang dat ook het transport goed geregeld is. Minstens zo belangrijk als de kwaliteit of ‘conformiteit’ van de goederen is immers dat deze goederen juist en tijdig op de plaats van bestemming aankomen.
Wanneer transport de grens over gaat, kan de vraag ontstaan welk recht van toepassing is op de vervoersovereenkomst. Om onduidelijkheid hierover te voorkomen, zijn er door de jaren heen verschillende internationale verdragen tot stand gebracht op het gebied van vervoer. Eén van die verdragen is het CMR-Verdrag: “Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg” (“het Verdrag”).
Wat regelt het CMR-Verdrag?
Het Verdrag heeft als doel om de belangen van alle bij het vervoer betrokken partijen zo goed mogelijk te beschermen. Het Verdrag bepaalt dat de vervoersovereenkomst wordt vastgelegd in een vrachtbrief en regelt ook aan welke eisen de vervoersovereenkomst (ofwel: de vrachtbrief) moet voldoen. Verder regelt het Verdrag de rechten en verplichtingen van de vervoerder, maar ook van de andere betrokken partijen, zoals de afzender en de geadresseerde.
Wanneer is het CMR-Verdrag van toepassing?
Het Verdrag is automatisch van toepassing op overeenkomsten tot grensoverschrijdend vervoer van goederen over de weg. Grensoverschrijdend heeft in dit geval niets te maken met de identiteit van de contracterende partijen, maar met het vervoer zelf. Als de plaats van inontvangstneming van de goederen en de afleverplaats van de goederen in verschillende landen liggen, is sprake van grensoverschrijdend vervoer. Als minimaal één van die landen lid is bij het Verdrag, is het op de vervoersovereenkomst van toepassing. De toepasselijkheid van het CMR-Verdrag kan dan ook niet worden uitgesloten.
Het CMR-Verdrag is van toepassing op vervoer over de weg. Voor transport over zee of door de lucht bestaat andere regelgeving. Het CMR-Verdrag maakt wel een uitzondering voor het zogenaamde ‘stapelvervoer’: een deel van het traject is niet over de weg, maar de goederen blijven tijdens dat deel wel in het voertuig. In dat geval blijft ook het CMR-Verdrag op het vervoer van toepassing.
Verplichtingen en aansprakelijkheid volgens het CMR-Verdrag
Het Verdrag regelt de verplichtingen en daarmee ook de aansprakelijkheid van de bij het vervoer betrokken partijen. Zo bepaalt het Verdrag onder meer dat de afzender van de goederen verantwoordelijk is voor het juist opmaken van de vrachtbrief, de juiste aanduiding van de goederen (en hoeveelheid daarvan), alsmede een goede verpakking. Mocht de afzender van de goederen dit niet juist hebben gedaan, dan is hij aansprakelijk voor de eventuele schade die de vervoerder daardoor lijdt.
De vervoerder heeft daarentegen een onderzoeksplicht bij de inontvangstneming van de goederen en moet de bevindingen van het onderzoek ook opnemen in de vrachtbrief. Daarnaast heeft de vervoerder – uiteraard – de verplichting om het vervoer goed uit te voeren. Op enkele uitzonderingen na is de vervoerder dan ook aansprakelijk voor schade aan de goederen voor zover deze schade tijdens het vervoer is ontstaan.
Tot slot dient de geadresseerde, in het bijzijn van de vervoerder, de staat van de goederen vast te stellen. Doet hij dit niet, of zonder dat hij tijdig eventuele verliezen of beschadiging aan de vervoerder meldt, dan wordt hij geacht de goederen te hebben ontvangen in de staat zoals verzonden. Dat maakt het voor de geadresseerde moeilijk om achteraf nog te klagen over de staat van de goederen of uit hoofde daarvan een vordering tegen de vervoerder in te stellen.
Advies?
Wilt u advies ontvangen over een (internationale) vervoersovereenkomst, de toepasselijkheid of de uitleg van het CMR-Verdrag? Dan kunt u met ons contact opnemen. Jacolien Leuvenink helpt u graag verder.