Over de Auteurs: Jacoline Leuvenink

Internationale handel: het Weens Koopverdrag

Tussen zakelijke partijen wordt voortdurend gehandeld. Producten worden gekocht en geleverd om te worden gebruikt, te worden verwerkt of bijvoorbeeld weer te worden doorverkocht. Meer dan eens gaan die handelsrelaties de grens over van Nederland of zelfs van Europa. Om te voorkomen dat in deze handelsrelaties allerlei verschillende wettelijke regels zouden gelden, bestaat de UN Convention on the International Sales of Goods (CISG), ofwel het Weens Koopverdrag (“het Verdrag”). In dit Verdrag worden regels gegeven voor internationale koop van roerende zaken.

Wat regelt het Weens Koopverdrag?

Het Verdrag bepaalt hoe een koopovereenkomst tot stand komt en welke rechten en verplichtingen er zijn voor koper en verkoper. Een handelskoopovereenkomst hoeft volgens het Verdrag niet per se schriftelijk te worden gesloten. Het Verdrag geeft daarnaast regels over wat van de verschillende partijen moet worden verwacht in bepaalde situaties, zoals bijvoorbeeld wanneer geleverde producten gebrekkig of ongeschikt zijn.

Wanneer is het Weens Koopverdrag van toepassing?

Het Verdrag is automatisch van toepassing op de koop van roerende zaken tussen twee professionele partijen die gevestigd zijn in verschillende lidstaten. Aangezien 85 landen, waaronder de lidstaten van de Europese Unie, aangesloten zijn bij het Verdrag, is de kans aanzienlijk dat het Verdrag van toepassing is op een overeenkomst tussen een Nederlandse en buitenlandse handelaar.

De toepasselijkheid van het Weens Koopverdrag kan worden uitgesloten. Partijen moeten dan in hun overeenkomst of algemene voorwaarden expliciet de toepasselijkheid van het Verdrag (of van een deel van de bepalingen) uitsluiten.

Verschillen Verdrag en nationaal recht

De regels van het Verdrag wijken op meerdere punten af van het Nederlands recht. Zo kan de koper er op grond van het Verdrag voor kiezen om, als de verkoper zijn verplichtingen niet nakomt, gelijk schadevergoeding te eisen. Voor een verkoper kan dit nadelig zijn ten opzichte van het Nederlandse recht, waar geldt dat de verkoper in zo’n geval eerst in de gelegenheid moet worden gesteld om alsnog na te komen. Pas daarna mag er vervangende schadevergoeding worden gevorderd.

De koper heeft daarentegen op grond van het Verdrag een zogenaamde keuringsplicht: de koper moet het product na aflevering binnen zo kort mogelijke termijn controleren. Mocht er dan iets mis zijn, dan moet hij de verkoper hiervan binnen een redelijke termijn op de hoogte stellen. Naar ons nationale recht heeft de koper niet zo’n keuringsplicht, maar moet hij in beginsel slechts binnen een redelijke termijn nadat hij een gebrek heeft ontdekt klagen bij de verkoper. Het Verdrag vereist dus een meer actieve en onderzoekende houding van de koper en geeft de verkoper meer zekerheid dat hij niet na een lange tijd alsnog wordt geconfronteerd met een klacht.

Tot slot kan een koopovereenkomst volgens het Verdrag moeilijker worden ontbonden. Waar dat in ons nationale recht in beginsel kan bij een tekortkoming in de nakoming, is bij het Verdrag onder andere van belang of de wederpartij daadwerkelijk schade door de tekortkoming heeft geleden en of deze schade te verwachten was. Als de producten eenmaal zijn afgeleverd of de prijs reeds is betaald, dan is ontbinding zelfs nog slechts mogelijk in enkele heel specifieke gevallen.

Advies?

Wilt u advies ontvangen over een (internationale) koopovereenkomst, de toepasselijkheid of de uitleg van het Weens Koopverdrag? Dan kunt u contact opnemen met Jacolien Leuvenink, zij helpt u graag verder.