Er is een zeer belangrijke wijziging van het insolventierecht nabij. Deze wijziging betreft de mogelijkheid van het aanbieden van akkoord door een schuldenaar aan schuldeisers. In de huidige situatie bestaat er slechts een regeling voor het dwingend laten opleggen door de rechter van een schuldeisersakkoord in surseance van betaling of faillissement. In het Wetsvoorstel Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) is de mogelijkheid opgenomen dat een dwangakkoord buiten surseance of faillissement tot stand komt. Hiermee zullen de mogelijkheden om problematische schulden te saneren ingrijpend wijzigen. Deze wijziging is van belang voor schuldenaren, maar ook voor diens vermogensverschaffers, zoals crediteuren en aandeelhouders.
Wijzigingen insolventierecht op gebied van schuldeisersakkoord
In het Nederlandse insolventierecht ligt het zwaartepunt nog vooral bij het faillissement. De meeste surseances van betaling eindigen in faillissement. Het faillissement is gericht op liquidatie van het vermogen van de schuldenaar. In maar weinig gevallen wordt een akkoord aangeboden en door de rechter goedgekeurd (gehomologeerd).
Er wordt door de wetenschap en de overheid al geruime tijd nagedacht over mogelijkheden om schuldenaren in staat te stellen om problematische schulden te saneren (herstructureren), zodat er sprake kan zijn van continuïteit in plaats van liquidatie. Hierbij is inspiratie geput uit buitenlandse regelingen, zoals de chapter 11 procedure van de United States Bankruptcy Code. In 2014 was er in Nederland het voorontwerp van de Wet Continuïteit Ondernemingen II, dat ook al voorzag in een dwangakkoord buiten surseance en faillissement. In juli van dit jaar is de Europese Richtlijn ‘preventieve herstructureringsstelsels’ in werking getreden. Deze Richtlijn verplicht lidstaten om binnen twee jaar pre-insolventieprocedures in te voeren. Naar aanleiding van de Richtlijn zijn wijzigingen in het Nederlandse wetsontwerp aangebracht. Het wetsvoorstel is op 5 juli 2019 bij de Tweede Kamer ingediend.
Homologatie akkoord buiten surseance en faillissement
De WHOA bepaalt dat een schuldenaar een akkoord kan aanbieden als hij ‘verkeert in een toestand waarin het redelijkerwijs aannemelijk is dat hij met het betalen van zijn schulden niet zal kunnen voortgaan.’ Bij deze toestand kunnen iedere schuldeiser en aandeelhouder, maar ook de schuldenaar zelf, bij de rechtbank een verzoek indienen tot benoeming van een herstructureringsdeskundige, die vervolgens een akkoord kan aanbieden. Zolang de aanwijzing van de deskundige duurt kan de schuldenaar zelf geen akkoord meer aanbieden.
Het voorgestelde akkoord zal een wijziging van de rechten van betrokkenen (schuldeisers en aandeelhouders) met zich brengen. Een schuldeiser zal bijvoorbeeld genoegen moeten nemen met slechts een gedeeltelijke betaling van zijn vordering. De betrokken zijn ingedeeld in klassen en mogen stemmen over het akkoord. Het voert te ver om nu op de details hiervan in te gaan, maar van belang is dat onder omstandigheden een tegenstemmende minderheid in een klasse toch het akkoord opgelegd kan krijgen om reden dat de meerderheid met het akkoord heeft ingestemd. Ook is het onder bepaalde omstandigheden mogelijk dat een tegenstemmende klasse toch het akkoord opgelegd kan krijgen door de rechter. Dat noemt men cram down.
Invoering wetswijzigingen herstructurering schulden
Zoals gezegd is de WHOA bij de Tweede Kamer in behandeling. Of de wet in de vorm van het huidige voorstel zal worden ingevoerd kunnen wij niet voorspellen, maar vanwege het feit dat de Europese Richtlijn uiterlijk in juli 2021 geïmplementeerd moet worden is wel duidelijk dat er ingrijpende wijzigingen in het insolventierecht ophanden zijn.
Mocht u vragen hebben over herstructurering en schuldeisersakkoorden neem dan contact op met een van onze insolventierecht advocaten.