Mijn debiteur wil niet betalen.
Gelijk hebben en gelijk krijgen zijn twee verschillende dingen, wordt wel gezegd. Dat is niet helemaal waar, maar het geeft aan dat een uitspraak van de rechter lang niet altijd bevredigend wordt gevonden. Blijft het oordeel ook in hoger beroep en eventueel cassatie bij de Hoge Raad hetzelfde, dan is dat iets waar verder niet veel meer aan kan worden gedaan. Aan de uitspraak moet uitvoering worden gegeven. Is een vennootschap veroordeeld, dan behoort het tot de taak van de bestuurder van de vennootschap dat ook te doen. Hooguit zou gekeken kunnen worden of een betalingsregeling kan worden getroffen, een commerciële oplossing kan worden gevonden of de schade kan worden afgewenteld door iemand anders daarvoor aansprakelijk te houden.
Maar wat als een debiteur nalatig is aan een vonnis van de rechter te voldoen? Dan kan de deurwaarder worden ingeschakeld en kunnen maatregelen ter incasso worden getroffen, bijvoorbeeld beslag op de bankrekening, op voorraden of op onroerend goed van de vennootschap. De bank moet het beslagen geld op de bankrekening afdragen aan de deurwaarder, voorraden en onroerend goed kunnen via een veiling worden verkocht etc.
In de praktijk wordt meestal gehoor gegeven aan een vonnis en wordt vrijwillig betaald nadat de rechter uitspraak heeft gedaan. Soms is het nodig de deurwaarder in te schakelen. Maar dit leidt niet altijd tot het gewenste resultaat, bijvoorbeeld omdat de vennootschap in financiële moeilijkheden verkeert en er simpelweg niets te halen valt. De aanpak met het meeste kans op succes is dan het aanvragen van het faillissement van de vennootschap, zodat de weinige financiële middelen die er wellicht nog zijn worden gebruikt om uw vordering te betalen in plaats van die van een andere schuldeiser met meer geduld.
Betalingsonwil
Het kan echter ook zijn dat de vennootschap die moet betalen wel de mogelijkheden heeft om dat te doen, maar ervoor kiest daarvan geen gebruik te maken terwijl de vennootschap zo is ingericht dat incassomaatregelen van de deurwaarder geen doel kunnen treffen. Denk daarbij aan een structuur waarbij alle activa van de werkmaatschappij in bezit zijn van de holding en aan de werkmaatschappij worden verhuurd, terwijl ook de financiële middelen – naar believen van de holding – al dan niet beschikbaar worden gesteld aan de werkmaatschappij of de speciaal opgerichte projectvennootschap. Zo’n constructie kan slim en toelaatbaar zijn, maar kan ook een beetje te slim worden. Wordt hier misbruik van gemaakt dan kan de bestuurder in privé aansprakelijk zijn voor de bedragen die bij de werkmaatschappij of projectvennootschap niet geïncasseerd kunnen worden.
Betalingsonmacht
Aansprakelijkheid van de bestuurder kan ook aan de orde zijn in een situatie dat er geen geld meer is en dus geen situatie van betalingsonwil. Dan is er betalingsonmacht, maar is het terecht dat een leverancier of andere crediteur daarvan het slachtoffer wordt?
De bestuurder van een vennootschap kan door een schuldeiser persoonlijk aansprakelijk worden gesteld wanneer hij namens de vennootschap verplichtingen is aangegaan op het moment dat hij wist of moest begrijpen dat die niet zouden worden nagekomen en de vennootschap geen verhaal zou bieden. Een voorbeeld is de bestuurder die namens zijn BV een opdracht binnen krijgt van een nieuwe klant. Hij stuurt meteen een factuur voor de eerste termijn, maar op dat moment heeft de bank het krediet al opgezegd of is er een enorme belastingschuld waarvoor dwangbevelen zijn ontvangen. De klant betaalt de eerste termijn, maar enkele weken later gaat het bedrijf failliet en kan haar verplichtingen jegens de klant niet nakomen. Voor de schade van de klant kan de bestuurder in privé aansprakelijk zijn. De relevante vraag is of de bestuurder op het moment van verzenden van zijn factuur nog reëel zicht had op een oplossing, bijvoorbeeld omdat er nog een gesprek met de bank was gepland waarbij een voorstel zou worden besproken of omdat bij de fiscus nog uitstel van betaling kon worden verkregen. Afhankelijk van de precieze situatie kan een bestuurder in zo’n geval net wel of net niet in privé worden aangesproken tot het vergoeden van de schade die de klant lijdt doordat hij een factuur heeft betaald, maar niets geleverd krijgt. Of tot het vergoeden van de schade van een leverancier die in goed vertrouwen heeft geleverd terwijl de bestuurder al moest weten dat het fout zou gaan en het bedrijf de factuur voor deze leverantie niet zou kunnen betalen.
Weer iets anders is de situatie dat de vennootschap haar verplichtingen niet kan nakomen, maar de bestuurder willens en wetens deze situatie heeft laten ontstaan. Ook voor de schade die daardoor ontstaat kan de bestuurder in privé aansprakelijk worden gesteld. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat u een pand koopt van een vennootschap, maar het niet geleverd krijgt omdat de bestuurder besluit dit onroerend goed alsnog aan een andere partij te verkopen die kennelijk een beter bod heeft gedaan. Wanneer dit fout gaat en de als gevolg hiervan door u te lijden schade niet bij de vennootschap kan worden geïncasseerd, kan de bestuurder in privé aansprakelijk zijn.
Selectief betalen
Wat wel mag is het selectief betalen van bepaalde schuldeisers en het onbetaald laten van anderen. Dit ligt weer anders wanneer de vennootschap heeft besloten haar activiteiten te beëindigen. Dan mag er niet voor worden gekozen vorderingen van gelieerde partijen (bijvoorbeeld die van een aandeelhouder) wel te betalen en vorderingen van reguliere crediteuren deels onbetaald te laten omdat er te weinig geld is. Of om de bankschuld waarvoor de bestuurder borg staat wel af te lossen en een leverancier niet of maar gedeeltelijk te betalen.
Onder omstandigheden kan het zijn dat de bestuurder rekening had moeten houden met toekomstige verplichtingen, bijvoorbeeld door daarvoor een voorziening te treffen. Als de bestuurder dat niet doet en geld uitgeeft dat er eigenlijk niet is, kan hij ook daarvoor in privé aansprakelijk worden gehouden. Opnieuw geldt dit met name in een situatie dat gelieerde partijen wel worden betaald of schulden worden afgelost waarbij de bestuurder een persoonlijk belang heeft, zoals het hiervoor genoemde voorbeeld van de bankschuld waarvoor hij borg staat.
Vragen over incasso of bestuurdersaansprakelijkheid?
Hebt u te maken met een klant die niet betaalt of een contractspartij die zijn verplichtingen niet nakomt, dan kunnen wij u helpen. Ook wanneer het reguliere incasso traject niets oplevert kunnen er mogelijkheden zijn alsnog betaling te realiseren of uw schade vergoed te krijgen.
Bent u daarentegen de bestuurder die, naar uw mening ten onrechte, in privé aansprakelijk wordt gehouden dan zijn we er ook om uw standpunt te verdedigen.
Of een bestuurder net wel of net niet aansprakelijk is, is steeds afhankelijk van de specifieke omstandigheden. Ondernemen is ook het nemen van risico’s en dat mag, zo vindt de Hoge Raad. Maar als iemand persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt, moet hij privé de schade vergoeden. De scheidslijn is dun en daarin kunnen wij voor u het verschil maken. Hebt u daar behoefte aan, neem dan contact op met Bouwe Bos.