Over de Auteurs: LVH Advocaten

< terug naar overzicht

De schending van de zorgplicht van de bank bij het verlenen van een hypothecaire geldlening kan vergaande gevolgen hebben voor de bank, zo blijkt uit een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 12 oktober 2016.

 

In de uitspraak stelt de rechtbank vast dat sprake was van overkreditering. Sterker nog, de rechtbank oordeelt dat de Rabobank haar zorgplicht die strekt tot bescherming tegen overkreditering in ernstige mate heeft geschonden. Het gevolg van deze schending is dat de consument de restschuld van € 485.599,95 niet terug hoeft te betalen.

 

Kern van de zaak

De zaak draait om het volgende. In 2007 heeft Rabobank een hypothecaire geldlening verstrekt voor de aankoop van een woning.  Al vrij snel kon de consument de maandelijkse lasten niet meer betalen en is de woning onder druk van executie met een zeer aanzienlijk verlies verkocht. Er bleef een aanzienlijke restschuld over. De procedure ging erover of de consument gehouden was de restschuld aan de bank terug te betalen. De consument stelde zich op het standpunt dat sprake was van een ernstige schending van de zorgplicht en dat hij, indien Rabobank hem had gewaarschuwd voor de overkreditering,  de hypothecaire lening niet zou zijn aangegaan.

 

Zorgplicht bank

Ook in 2007 gold al dat op een bank,  als professionele kredietverstrekker tegenover een  particulier een zorgplicht rustte, die strekte tot bescherming tegen overkreditering. Deze zorgplicht is ook vastgelegd in artikel 4:34 Wft en geldt in de precontractuele fase, dat wil zeggen in het financieringstraject.

Dat betekent dat de bank  voorafgaand aan het sluiten van de financieringsovereenkomst de verplichting had om na te gaan of de consument  gelet op zijn inkomen en vermogen voldoende kredietwaardig is. In 2007 werd deze algemene instructie door de gezamenlijke banken nader ingevuld in de Gedragscode Hypothecaire Financieringen van 1 januari 2007. Volgens de regels van deze gedragscode had de hypotheek niet op deze manier verstrekt mogen worden.

Uit onderzoek van de AFM is reeds gebleken dat in die tijd ook andere kredietverstrekkers niet handelden volgens de gedragscode en daar zijn indertijd ook boetes voor opgelegd.

Uit deze uitspraak blijkt dat overfinanciering naast een boete andere onaangenamen gevolgen kan hebben voor de bank die zijn zorgplicht niet serieus neemt.

De consument, die in deze procedure werd bijgestaan door Hein Kernkamp, hoeft van de rechtbank de restschuld niet terug te betalen.

 

Informatie

Hebt u vragen over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met ons kantoor op telefoonnummer 010 – 209 27 77 of per e-mail info@lvh-advocaten.nl.

 

Categorieën: berichten, nieuws