Zoals mijn kantoorgenoot mr. R.C. Steenhoek in zijn tip (geplaatst op 24 januari 2013) reeds heeft aangehaald, heeft de Wet vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht geleid tot een aantal wijzigingen in het BV-recht. Ik bespreek in dat verband de introductie van de bijzondere bestuurdersaansprakelijkheid wegens het doen van onverantwoorde uitkeringen aan aandeelhouders.
Een uitkering aan aandeelhouders kan alleen worden gedaan als het bestuur toetst of die uitkering verantwoord is (de uitkeringstest). De bestuurders dienen te toetsen of de continuïteit van de BV na uitkering binnen afzienbare tijd in gevaar gaat komen. De maatstaven op basis waarvan deze beoordeling dient te geschieden, zijn liquiditeit, solvabiliteit en rentabiliteit. Eerst nadat bestuurders toestemming hebben gegeven, kan het besluit van de aandeelhouders tot vaststelling van een uitkering worden uitgevoerd. Het bestuur heeft hiermee een formele positie gekregen in de procedure rondom uitkeringen. Indien na uitkering blijkt dat de vennootschap niet kan voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden, zijn bestuurders die dat ten tijde van de uitkering wisten of redelijkerwijs behoorden te voorzien dan ook aansprakelijk jegens de vennootschap voor het tekort dat door de uitkering is ontstaan. Het moment van goedkeuring door het bestuur en moment van daadwerkelijke uitkering zijn hierbij bepalend.
Er bestaan mogelijkheden om bestuurdersaansprakelijkheid bij uitkeringen te voorkomen en bij onverantwoorde uitkeringen bestaat de mogelijkheid aansprakelijkheid af te wenden, te weten: disculpatie (indien een bestuurder het niet eens is met de uitkering, maar wordt overstemd in een bestuursvergadering) en decharge (de BV doet afstand van het recht om de schade die is ontstaan door de uitkering te vorderen van bestuurder).
Informatie
Hebt u vragen over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met Rob Steenhoek.