Over de Auteurs: LVH Advocaten

< terug naar overzicht

Als u het niet eens bent met een uitspraak van de rechter in eerste aanleg, bestaat in veel gevallen de mogelijkheid om tegen deze uitspraak in hoger beroep te gaan. Dit geldt ook voor een uitspraak in hoger beroep. Daartegen kan in cassatie worden gegaan bij de Hoge Raad.

 

Hoger beroep en cassatie worden ook wel rechtsmiddelen genoemd. In het procesrecht is de termijn waarbinnen een rechtsmiddel moet worden ingesteld een belangrijk onderwerp. Het is namelijk van belang dat dit tijdig gebeurt. Als een rechtsmiddel te laat wordt ingesteld, wordt u niet ontvankelijk verklaard en zijn uw kansen verkeken. De inhoud van de uitspraak in eerste aanleg staat dan vast. Over de vraag wanneer de beroepstermijn eindigt, kan verschillende worden gedacht, zo blijkt uit een arrest van de Hoge Raad van 1 september jl.

Lengte beroepstermijn hoger beroep

De beroepstermijn waarbinnen het hoger beroep moet worden ingesteld, is drie maanden, te rekenen van de dag van de uitspraak. In kort geding is dat
4 weken. In de wet staat dat de hoger beroep moet worden ingesteld binnen een termijn van drie maanden “te rekenen van de dag van de uitspraak.”

 

Aanvang en einde van de termijn

In de zaak die voorlag aan de Hoge Raad was sprake van een beschikking van 29 februari 2016. Het hoger beroep tegen deze uitspraak is ingesteld op
31 mei 2016. Het gerechtshof oordeelde dat dit te laat is, omdat het beroep binnen drie maanden na 29 februari, dus uiterlijk op 29 mei 2016, had moeten worden ingesteld. Toevallig viel 29 mei 2016 op een zondag, zodat op grond van de Algemene Termijnenwet het beroep ook nog op 30 mei 2016 mocht worden ingesteld, maar 31 mei 2016 was dus te laat. De eisende partij werd dan ook niet ontvankelijk verklaard.

Tegen dat oordeel is (tijdig) in cassatie gegaan. De opvatting van de eiser was dat het hoger beroep op 31 mei tijdig is ingesteld, omdat uit eerdere jurisprudentie van de Hoge Raad blijkt dat de termijn van drie maanden begint te lopen op de dag nadat de uitspraak is gedaan. Dat zou volgens de eisende partij in deze zaak betekenen dat de termijn begint te lopen de dag na
29 februari, dus 1 maart, en daarom pas verstrijkt op de laatste dag van de maand drie maanden later, dus 31 mei.

 

Oordeel Hoge Raad over de beroepstermijn

De Hoge Raad was het eens met het gerechtshof. Met het eerdere oordeel van de Hoge Raad, dat de termijn van drie maanden begint te lopen na de dag waarop de uitspraak is gedaan, is enkel bedoeld dat de dag van de uitspraak zelf niet meetelt en dat de termijn van drie maanden pas afloopt aan het einde van dag met hetzelfde nummer drie maanden later. Als de uitspraak is gedaan op bijvoorbeeld 30 april, verstrijkt de termijn dus aan het einde van 30 juli.

De conclusie is dus dat voor het instellen van hoger beroep (en beroep in cassatie) drie volle kalendermaanden ter beschikking staan. De termijn van drie maanden eindigt in beginsel steeds drie maanden later op (het einde van) de dag met hetzelfde nummer als de dag van de uitspraak. Als de maand waarin de termijn afloopt een maand is die geen dag kent met hetzelfde nummer, omdat die maand korter is, eindigt de termijn aan het einde van de laatste dag van die maand.

 

Informatie

Hebt u vragen over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met ons kantoor op nummer 010-209 2777 of per e-mail info@lvh-advocaten.nl.

 

Categorieën: berichten, nieuws