Over de Auteurs: Richard Ouwerling

Extern ondernemerschap weegt volledig mee bij toets schijnzelfstandigheid

De Hoge Raad heeft een belangrijke uitspraak gedaan over de arbeidsrelatie tussen Uber en haar chauffeurs. Deze uitspraak heeft verstrekkende gevolgen voor zzp’ers en de vraag of zij een echte zelfstandige of juist een schijnzelfstandige zijn.

De Hoge Raad noemde in het Deliveroo-arrest 10 omstandigheden die van belang zijn om te kunnen beoordelen of een arbeidsrelatie een arbeidsovereenkomst is, of niet. Eén van die criteria betreft het ondernemerschap van de werkende. De vraag was of dit ondernemerschap óók ziet op de relatie buiten die met de opdrachtgever. Oftewel: gedraag je je ook in ‘economisch verkeer’ als ondernemer. Daarvan heeft de Hoge Raad nu geoordeeld dat extern ondernemerschap óók als omstandigheid meegewogen moet worden in de beoordeling van schijnzelfstandigheid. Dus: extern ondernemerschap is daarmee een volwaardig criterium.

Hoe blijkt dit in de praktijk?

  • De werkende heeft meerdere opdrachtgevers per jaar;
  • De werkende besteedt tijd en/of geld aan het verwerven van een reputatie en het vinden van nieuwe klanten of opdrachtgevers.
  • De werkende heeft bedrijfsinvesteringen van enige omvang.
  • De werkende gedraagt zich administratief als zelfstandig ondernemer, is ingeschreven bij de KVK, is btw-ondernemer en/of heeft recht op de fiscale voordelen van het ondernemerschap (zoals ondernemersfaciliteiten).

In een wetsvoorstel (‘VBAR’) speelde extern ondernemerschap (C+) pas een rol als aan de hand van de andere toetsingscriteria niet kon worden bepaald of er sprake was van een arbeidsovereenkomst of een overeenkomst van opdracht. Nu wijkt de Hoge Raad hier dus van af.

Daarnaast heeft de uitspraak tot gevolg dat wanneer de werkzaamheden van de zzp-er zijn ingebet (dezelfde als die van werknemers) dat dit niet hoeft te betekenen dat er waarschijnlijk sprake is van een verkapt dienstverband. Immers, als de zzp-er zijn extern ondernemerschap kan aantonen, is hij er ook.
Gelukkig maar, dat betekent in de praktijk dat het voor de zzp-er makkelijker is om aan te tonen dat hij een echte zelfstandige is. Opdrachtgever blij, opdrachtnemer gelukkig want die wil niet in dienst.

Informatie?

Wilt u meer weten of heeft u vragen over dit onderwerp? Neem dan contact op met Richard Ouwerling, Advocaat Arbeidsrecht bij LVH Advocaten.