De wet bepaalt dat een zieke werknemer zijn aanspraak op loon verliest voor de tijd dat hij weigert passend werk te doen. Deze regel was voor veel kantonrechters niet geheel duidelijk.
Stel, een werknemer moet om te beginnen een halve ochtend in de week re-integreren en hij weigert dat. Mag de werkgever dan bij wijze van sanctie de totale loonbetaling stopzetten, of mag hij slechts de paar uren dat niet werk gereintegreerd in mindereing brengen? Veel rechters kozen voor die laatste optie, maar dat komt wel in strijd met de bedoeling van de wet. De wet was nu juist ingevoerd om de werknemer een duidelijke prikkel te geven om aan zijn re-integratieverplichtingen te voldoen. Die prikkel wordt niet gegeven wanneer slechts over bijvoorbeeld twee uur per week de aanspraak op salaris vervalt. Er waren wel rechters die een volledige stopzetting van de loonbetaling aanvaardbaar achtten, zoals bijvoorbeeld de kantonrechter in Amsterdam. Maar andere weer niet en vele HR-afdelingen worstelden met de vraag wat nu de juiste sanctie was. Niemand die het zeker wist.
Aan die onzekerheid is inmiddels een einde gekomen met een uitspraak van de Hoge Raad van 6 juni 2014. De Hoge Raad ziet geen aanleiding om mild te zijn voor de weigerachtige werknemer. “De aanspraak op het in art. 7:629 lid 1 BW bedoelde loon geheel komt te vervallen, derhalve ook over het deel van de werktijd waarvoor de werknemer arbeidsongeschikt is,” aldus de Hoge Raad. Dit is de bedoeling van de wetgever en zo moet de sanctie ook worden toegepast. Er blijft slechts één uitzondering over. Een beroep op het algehele verval van de loondoorbetalingsplicht kan onder bepaalde omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn. Dat is niet snel het geval. Weigeren van passend werk kan dus grote gevolgen hebben.
Informatie
Hebt u vragen over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met ons kantoor op nummer 010 – 209 27 77 of via info@lvh-advocaten.nl.