Over de Auteurs: Bouwe Bos

< terug naar overzicht

Een conflict dat wordt uitgevochten bij de rechtbank eindigt normaliter met een vonnis. Als een tegenpartij wordt veroordeeld te betalen, kan met dit vonnis betaling worden geïncas­seerd.

Er kan bijvoorbeeld beslag worden gelegd op bankrekeningen, op onroerend goed of op vorderingen die de tegenpartij heeft op haar debiteuren. Vaak leidt het dreigen met deze maat­regelen er al toe dat de tegenpartij vrijwillig betaalt. Soms is het zo dat de tegen­partij geen geld heeft en niet kan betalen. In zo’n geval kan het faillissement worden aange­vraagd. Dit drukmiddel is vaak voldoende om de tegenpartij er toe te brengen toch op enige wijze zorg te dragen voor betaling. Is er echt geen geld dan zal het faillissement worden uit­ge­sproken.

Maar wat als de tegenpartij weigert te betalen, terwijl daarvoor wel geld beschikbaar is of geld beschikbaar had kunnen zijn? Een faillissementsaanvraag wordt afgewezen wanneer geen sprake is van andere schuldeisers. Incassomaatregelen hebben alleen maar zin als er bank­rekeningen zijn met een positief saldo, onroerend goed met overwaarde of debiteuren die bedragen verschuldigd zijn. Zijn dergelijke vermogensbestanddelen niet te traceren dan hebt u weliswaar een mooi vonnis, maar nog steeds geen geld. Wat nu?

Het is nog maar weinig bekend dat de bestuurder van een vennootschap die niet betaalt in privé aansprakelijk kan zijn wegens betalingsonwil. Hij kan zich in zo’n geval niet verschuilen achter zijn B.V. Privé aansprakelijkheid van de bestuurder wordt verrassend snel aange­nomen. Er zijn feitelijk maar twee criteria. In de eerste plaats moet de betalingsverplichting van de vennootschap voldoende vaststaan. Dat is het geval wanneer een rechtbank de ven­nootschap heeft veroordeeld tot be­taling. Maar het kan ook al zo zijn wanneer de ven­noot­schap een door haar ontvangen fac­tuur niet inhoudelijk betwist. In de tweede plaats moet de vennootschap kunnen betalen, maar aan dit criterium is snel vol­­daan. Was er in het verleden geld beschikbaar, dan had de ven­noot­schap rekening moeten houden met uw vordering. Is er beperkt geld beschikbaar dan moet dat pro rata worden verdeeld. Uw vordering mag niet worden overgeslagen. Is er hele­maal geen geld, maar zijn er wel mogelijk­heden om finan­ciering te verkrijgen dan moeten die mogelijk­heden worden benut.

Kortom: als voldoende vast staat dat een tegenpartij u moet betalen, dan moet deze al het mogelijke doen om er voor te zorgen dat u daadwerkelijk uw geld ontvangt. Gebeurt dat niet of onvoldoende dan is de bestuurder van de tegenpartij in privé aansprakelijk.

Informatie

Hebt u vragen over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met Bouwe Bos.

Categorieën: berichten, nieuwsLabel: