Deze vraag kwam in augustus 2014 aan de orde in een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. In deze procedure waren een aantal artsen allen aandeelhouder van een besloten vennootschap (de b.v.). Eén van deze artsen was daarnaast via zijn persoonlijke holding de bestuurder van de b.v.
Zonder de andere artsen (zijnde de andere aandeelhouders) hierin te kennen, had de bestuurder geldbedragen van de b.v. overgemaakt naar zichzelf. De reden hiervoor was dat hij van mening was dat deze bedragen hem als salaris toekwamen. De andere aandeelhouders waren not amused en vonden dat de gelden terug naar de b.v. moesten. Volgens hen had de bestuurder onrechtmatig gelden aan de vennootschap onttrokken, aangezien het salaris van de bestuurder volgens de statuten van de b.v. vastgesteld wordt door de algemene vergadering van aandeelhouders (de AvA).
De bestuurder dacht het ontstane geschil vervolgens op te kunnen lossen door een vaststellingsovereenkomst op te stellen waarin de b.v. met hem overeenkwam dat de gelden als salaris aan hem werden toegekend. Die overeenkomst heeft de bestuurder vervolgens ondertekend voor zowel de b.v. (in zijn hoedanigheid als rechtsgeldig vertegenwoordiger) als voor zichzelf (in zijn hoedanigheid als directeur).
Zowel de rechtbank als het hof maakten korte metten met de handelwijze van deze bestuurder. In de statuten van de b.v. staat duidelijk dat de AvA bevoegd is het salaris toe te kennen. Nu zij niet gekend was in deze beslissing, zijn de gelden onrechtmatig aan de b.v. onttrokken. Dit kon niet met een vaststellingsovereenkomst worden omzeild.
Let wel, ook de wet heeft als uitgangspunt dat de AvA het salaris van de bestuurder bepaalt, maar hier kunt u in de statuten een ander orgaan voor aanwijzen. Het is dus raadzaam dit in uw statuten na te (laten) gaan.
Informatie
Hebt u vragen over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met LVH advocaten.