Onlangs heeft de rechter zich uitgelaten over de vraag of een werknemer gebonden is aan een vrijwillige ontslagname. De feiten waren als volgt. Tijdens een functioneringsgesprek wordt de werknemer overrompeld door een zeer slechte beoordeling van zijn functioneren. Hij neemt direct ontslag. Op verzoek van de werkgever bevestigt de werknemer dat hij ontslag heeft genomen. Vervolgens wordt de werknemer geconfronteerd met de negatieve gevolgen van zijn ontslag. Hij komt niet in aanmerking voor een WW-uitkering. De werknemer roept de nietigheid in van het ontslag en start een gerechtelijke procedure tot wedertewerkstelling en betaling van achterstallig loon.
De rechter wijst de vorderingen van de werknemer toe. Volgens de rechter had de werkgever er niet zonder meer op mogen vertrouwen dat de werknemer werkelijk de bedoeling had zijn dienstverband per direct te beëindigen. Werknemer werd onverwacht geconfronteerd met een slechte beoordeling. Tijdens dat gesprek was de werknemer alleen en werd hij juridisch niet bijgestaan. De werkgever had de werknemer moeten wijzen op de mogelijk negatieve gevolgen van de ontslagname en een redelijke termijn voor beraad moeten gunnen. De werknemer kan niet worden gehouden aan zijn ontslagname.
Een werkgever moet bij een vrijwillige ontslagname door een werknemer zorgvuldig te werk gaan, aangezien de rechter hoge eisen stelt aan een dergelijke ontslagname. Allereerst moet er sprake zijn van een duidelijke en ondubbelzinnige wilsverklaring van de werknemer. Dit betekent dat geen twijfel mag bestaan over de vraag of de werknemer daadwerkelijk ontslag wilde nemen. Daarnaast heeft de werkgever een onderzoeks- en informatieplicht. De werkgever moet niet alleen onderzoeken of de werknemer weet wat hij doet; hij moet ook de werknemer wijzen op de negatieve gevolgen van het ontslag.
Informatie
Hebt u vragen over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met ons kantoor op nummer 010 – 209 27 77 of via info@lvh-advocaten.nl..