Per 1 januari 2013 is de Registratiewet gewijzigd en is de Wet elektronische registratie notariële akten in werking getreden.
De belangrijkste twee wijzigingen zijn dat de registratie van notariële akten voortaan langs elektronische weg kan geschieden en dat de registratie van onderhandse akten wordt beperkt tot die akten waarvoor registratie een wettelijk vormvereiste is. Bij die laatste categorie kunt u vooral denken aan een akte waarbij een stil of bezitloos pandrecht wordt gevestigd. Het belang van die registratie is tevens dat het bestaan van een bezitloos pandrecht op een bepaalde datum ook tegenover derden moet kunnen worden aangetoond.
Andere overeenkomsten, bijvoorbeeld geldleningsovereenkomsten, kunnen als gevolg van de wijziging niet meer bij de Belastingdienst worden geregistreerd. Eerder bood de Registratiewet wel de mogelijkheid om onderhandse akten / overeenkomsten te registreren. Daarbij werd een zeer ruim akte-begrip gehanteerd. Deze onderhandse akten / overeenkomsten werden bij de Belastingdienst geregistreerd met het doel een vaste datum van het opstellen van het document te verkrijgen. Aldus kon op een later moment bewezen worden dat de overeenkomst op de dag van registratie al bestond. Registratie van onderhandse akten blijft slechts mogelijk voor akten waarvoor registratie een wettelijk vormvereiste is.
Het is voor u dan ook raadzaam om stukken die u voorheen bij de Belastingdienst liet registreren om zo de datum van ondertekening en het bestaan van de akte / overeenkomst vast te laten leggen, anderszins te dateren, zodat uw bewijspositie sterk blijft.
Informatie
Hebt u vragen over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met Rob Steenhoek.