Het beloofde zo’n mooi evenement te worden. Op 1, 2 en 3 juni 2012 vierde Zaandam het feit dat het 200 jaar geleden stadsrechten ontving.
Op en om de Burcht vonden de festiviteiten plaats met sterren als Glennis Grace, Lee Towers, Anita Meijer, Wolter Kroes en Frans Bauer op een enorm ponton met podium in de Zaan. En het was ook mooi, maar het was geen goed weer tijdens het festival. Het was koud, bewolkt en op zondag 3 juni 2012 viel veel regen, verspreid over de hele dag. De kaartverkoop viel ook tegen, heel erg tegen. Er was verwacht dat zo’n € 900.000 zou worden verdiend met kaartverkoop, maar dat werd ca. € 100.000,-. Uiteindelijk was er een tekort van een kleine € 700.000 en konden de crediteuren bij lange na niet volledig betaald worden. Eén crediteur pikte dit niet en daagde eerst de stichting en later een stichtingsbestuurder persoonlijk voor de rechter. In dit artikel wordt de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 29 mei 2018 besproken.
Bestuurdersaansprakelijkheid evenementen en festivals
De hoofdregel is dat alleen de stichting die het evenement organiseert aansprakelijk is voor het betalen van crediteuren. Zij aanvaarden in zekere zin het risico van het deelnemen aan het handelsverkeer. De ene klant betaalt wel en de andere kan om de een of andere reden niet betalen. Als er verder niets bijzonders aan de hand is, dan blijft de crediteur zitten met de onbetaalde rekening.
De Hoge Raad heeft daar een aantal uitzonderingen op gemaakt. Zo kan er sprake zijn van persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder van de organiserende stichting als hij bij het namens de stichting aangaan van verplichtingen wist of redelijkerwijze behoorde te begrijpen dat de stichting niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen en geen verhaal zou bieden. Kortom, als je op je klompen kan aanvoelen dat het fout gaat, mag je niet doorgaan met het aangaan van verplichtingen die komen kijken bij het organiseren van een evenement of festival. In de jurisprudentie wordt dit de Beklamel-norm genoemd. Er is een moment dat je moet ophouden, en de stekker uit het evenement trekken. Het festival gaat dan dus niet door. Vervelend, maar het is niet anders. Wanneer dat precies is, is lastig te beantwoorden. Dat hangt af van de concrete omstandigheden van het geval en de waardering daarvan door de rechter.
Oordeel rechtbank aansprakelijkheid organisator festival Zaandam
De rechtbank had de vordering van de crediteur nog afgewezen. Aan het arrest van het hof te zien, was in eerste instantie met name bepleit dat sprake zou zijn geweest van ongeoorloofde selectieve betalingen. De rechtbank achtte dit niet het geval. De stichtingsbestuurder werd niet persoonlijk aansprakelijk geacht.
Oordeel gerechtshof Amsterdam aansprakelijkheid organisator festival
Maar bij het gerechtshof Amsterdam ging het alsnog helemaal mis voor de organisator van het festival. Het hof baseerde dit oordeel op de volgende feiten. De bestuurder wist op 30 mei 2012, dus twee dagen voorafgaand aan het festival, van de tegenvallende kaartverkoop voorafgaand aan het evenement. Ook was de weersverwachting niet veel beter dan uiteindelijk is gebleken. Dit gecombineerd met het feit dat de Stichting was opgericht met het oog op het eenmalige festival en dat de stichting nadien geen substantiële nieuwe activiteiten zou ontplooien brengt het hof tot het oordeel dat de bestuurder redelijkerwijs behoorde te begrijpen dat de stichting haar verplichtingen uit de overeenkomst niet zou kunnen nakomen en dat de stichting geen verhaal zou bieden. De organisator van het festival in Zaandam werd dus aansprakelijk gehouden omdat hij op het moment van de bestelling al op zijn vingers kon natellen de betaling waarschijnlijk niet (volledig) te kunnen voldoen.
Dat klinkt logisch. Maar toen de bestuurder de order plaatste stond hij wel voor een dilemma. Het alternatief was namelijk dat het festival zou zijn afgeblazen en dat dan de totale schade veel groter zou zijn geweest. Het hof oordeelt hierover dat dit niet afdoet aan het feit dat aan de bestuurder een persoonlijk en ernstig verwijt gemaakt kan worden van het onbetaald blijven van WBV.
De les van het in het water gevallen festival
Iedere zaak is anders en uit het feit dat de rechtbank en het hof anders oordelen blijkt wel dat heel divers over dit soort zaken gedacht kan worden, ook door rechters. Wat de bestuurder hier de das heeft omgedaan is dat hij in de visie van het hof zelf op zijn vingers kon natellen, dat het mis zou gaan, en dat dit hem er niet van heeft weerhouden om nieuwe verplichtingen aan te gaan. De wanverhouding tussen de uitgaven en de inmiddels verwachte teleurstellende inkomsten en het feit dat hij de bestelling doet kort voor het evenement als alle tegenslagen al bekend zijn maken dat de zaak in zijn nadeel wordt beslist.
Wie eenmalige evenementen organiseert zal rekening moeten houden met de uitspraak in deze zaak. Hier ging het uiteindelijk om een bedrag van € 50.000, maar gegeven de uit de uitspraak blijkende cijfers zijn er nog veel meer teleurgestelde crediteuren. De les is dat de begroting van dit soort festivals niet alleen moet kloppen, maar dat bij tegenvallers ook een moment kan komen dat besloten moet worden om zelf de stekker eruit te trekken.
Informatie
Hebt u vragen over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met ons kantoor op telefoonnummer 010 – 209 27 77 of per e-mail info@lvh-advocaten.nl.